De echte Griekse klassiekers – in jouw keuken
De smaken van Griekenland: fris, zoutig, kruidig en altijd een vleugje citrus.
Griekse klassiekers hebben iets magisch. Ze zijn eenvoudig qua ingrediënten, maar wel vol karakter: het frisse van citroen, de goede olijfolie en het zoutige van de feta. Het is natuurlijk geen haute cuisine — het is vooral écht Grieks. Eten dat draait om smaak, gezelligheid en grote schalen op tafel. Van stoofschotels die langzaam zachter worden tot filodeeg dat knispert bij elke hap.
Fris, zoutig en tijdloos: dit is Grieks eten
Wat deze gerechten bindt? Frisse zuren, veel kruiden en dat ziltige waardoor het eten lekker robuust is en toch fris smaakt. En het zijn recepten die al generaties meegaan. Of je nu gaat voor citroenkip, een stifado vol warmte, de knisperende eenvoud van spanakopita of de langzaam gestoofde bonen in tomatensaus: gigantes plaki — deze Griekse recepten werken áltijd. Zomers, winters, voor doordeweeks of voor een etentje: het voelt aan tafel meteen een beetje als vakantie.
Voor nóg meer Griekse smaken — van filodeeg tot Griekse stoof — kijk je hier in mijn Griekse receptenoverzicht.
Nummer 1.
Griekse citroenkip uit de oven
Deze Griekse citroenkip draait om één ding: smaak. Fris citroen, goede olijfolie, knoflook, oregano en een tikje honing — precies die combinatie waardoor de kip sappig wordt met een zachte citruskick. De ingelegde citroen zorgt voor net wat extra’s. Niet echt traditioneel, maar wél net iets interessanter.
En natuurlijk hoort daar spanakorizo bij: Griekse spinazierijst met dille, feta, walnoten en een vleugje citroen. Comfortfood met een zonnige twist, alsof je op een van de Griekse eilanden zit — maar dan zonder de plastic stoeltjes en felle TL-verlichting.
Nummer 2.
Spanakopita - filodeeg met spinazie & feta
Spanakopita is zo’n gerecht dat heel Griekenland claimt, maar de oorsprong ligt in Epirus — de bergregio waar ze alles weten van hartige taarten met wilde groenten, feta en extreem dun deeg. Spinazie, kruiden, feta, filodeeg: meer heeft het niet nodig om briljant te zijn.
Mijn versie is de klassieke rolvariant: een opgerolde filodeeg-“slang”. Door die rol krijg je extra krokante laagjes en een prachtige spiraal - wat dan weer heel indrukwekkend uit de oven komt. Met filodeeg werken blijft een beetje tricky (gescheurde vellen!), maar met de natte-theedoektruc krijg je spontaan zin om vaker met filodeeg te werken.
Nummer 3.
Stifado, Grieks stoofvlees
Stifado is een heerlijke Griekse stoof: langzaam gegaard rundvlees in tomatensaus, met kaneel en de zachte zoetheid van gedroogde pruimen.
De sinaasappel in deze stoof maakt deze stifado een beetje feestelijk. Vervang je ’m door citroen, dan krijgt het gerecht een frissere, voorjaarsachtige twist. Je serveert stifado met een stevige buispasta zoals pastitsio (echte Griekse pasta, als je als je ’m kunt vinden) of bucatini: de dikke buizen houden precies genoeg saus vast.
Nummer 4.
Gigantes plaki - Gestoofde bonen, verrassend vegetarisch
Gigantes plaki: grote, romige reuzenbonen in een kruidige tomatensaus met olijfolie, dille en peterselie — en feta er kruimelig bovenop. Niet chique maar wel Grieks comfort food in zijn beste vorm.
Slowcooking op zijn Grieks. Voor dit recept gebruik je gedroogde bonen: eerst weken, dan koken, dan nóg een ronde in de oven. Het klinkt als een idioot lang project — maar je staat er natuurlijk niet de hele tijd naast. En wat er uiteindelijk uit je oven komt, is zó belachelijk lekker dat elke minuut planning het dubbel en dwars waard is.

